Kleine skigebieden: de mix van charme en ongemak

Geschreven door

Annemijn Kroon

Gepubliceerd op

Gepubliceerd in

Op de piste
Terug
Snowboarder in Karwendel-Pertisau met uitzicht op een piste en de Achensee

Kleinere skigebieden die nét wat verouderd zijn: you hate it or love it. De één valt voor de authenticiteit; vindt het compacte karakter fijn. De ander mist uitgebreide parks en maximaal comfort. Hoe dan ook, wij kunnen (oudere) skigebieden van kleiner formaat op z’n tijd wel waarderen. Natuurlijk vinden wij stoelverwarming en een kap in de lift heerlijk als de kou toeslaat. En een dag flink kilometers vreten is ronduit fantastisch. Maar de skigebieden die het comfort en de grootte achter zich laten, hebben iets idyllisch.

Kleinere skigebieden: voor mensen die het subtiele waarderen

Een twee persoons stoeltjeslift waarin je gegarandeerd een houten kont krijgt; een schattig gondeltje dat kraakt zodra de eerste stap erin is gezet. Ja, dat vind je toch wat vaker in de kleinere skigebieden. Grappig hoe dat werkt, want het comfort is veelal lager, de pistes zijn niet megalang en het aanbod bars en restaurant is op één hand te tellen. En toch trekt het jaarlijks genoeg mensen. Mensen die het subtiele waarderen.

Ik snap het helemaal. Ik kan zelf ook ontzettend genieten van een kleiner skigebied. Zeker nu ik de tijd die ik in de lift doorbreng meer omarm. Al kruipen de slakken mij haast voorbij wanneer ik in de lift zit; dan heb ik wat meer tijd om om me heen te kijken. Al ga ik die dag voor de tiende keer van dezelfde piste af; als het een piste is die past bij hoe ik die dag wil boarden, dan maakt het me niks uit. Ik geef er niet om dat ik die boom langs de kant voor de tiende keer zie. Nee, ik kan het waarderen.

Neem Ahorn, bijvoorbeeld. Deze berg in het Zillertal heeft 14 km piste en het hoogste punt is 1965 meter. Ik kan me er de hele dag vermaken. Voor mijn snowboardniveau biedt het de gelegenheid om uitdaging te vinden door aan mijn techniek te werken.

Galtür is ook een leuke. We maakten in april ‘22 kennis met dit gebied. Met 43 km een aanzienlijk groter gebied dan Ahorn, maar nog steeds onder de noemer ‘klein’ te hangen. Het hoogste punt bevindt zich op 2300 meter. Ook Galtür is zo’n heerlijk rustig gebied met genoeg variatie en toffe uitzichten naar mijn zin.

De keerzijde van kleine skigebieden

Je moet het wel treffen, natuurlijk. Want als het flink koud is en het gebied het gros van de dag in de schaduw ligt, is de kans groot dat jij ook het gros van de dag op ijs plankt. Dat geldt natuurlijk ook voor pistes in de zon, die al snel slushy worden. In een kleiner gebied heb je nou eenmaal minder uitwijkmogelijkheden. Met de zon ‘mee’ snowboarden is daardoor uitdagender. En als het enige restaurant niks naar jouw zin op de kaart heeft staan, kan ik me voorstellen dat je daar niet blij van wordt.

Het kneuterige kan verfrissend zijn

Anderzijds kan het kneuterige juist verfrissend zijn. Geen moderne vreetschuren, maar authentieke hutten waarin je iedere minuut weer een nieuw, mooi detail ontdekt. Vriendelijke liftmedewerkers die je een snoepje geven voor ‘onderweg’. En laten we ook het overzicht niet vergeten: een welkome eigenschap als je met kids, beginners of juist wintersporters met een variatie aan niveaus de berg opgaat.