Snowboard

Je hebt nog nooit gesnowboard of slechts een paar uur op een snowboard gestaan.

Je snowboard zelfverzekerd op blauwe pistes. Je snowboard nette, aan elkaar geregen bochten.

Je gaat zelfverzekerd van blauwe en rode pistes af. Je rijdt switch en maakt gesneden bochten.

De pistes hebben geen geheimen voor jou. Je gaat zelfverzekerd van blauwe, rode en zwarte pistes af. Je kunt tricks uitvoeren, korte en gesneden bochten maken.

Bij een true twin snowboard is alles volledig symmetrisch: de nose en tail, sidecut en flex. Hierdoor plank je zowel vooruit als achteruit hetzelfde. Deze vorm wordt veel gebruikt in het park.

Bij een directional twin snowboard is de vorm symmetrisch, maar zijn een paar andere eigenschappen asymmetrisch. Zo kan de tail stijver zijn dan de nose en de voorste binding kan verder naar achteren staan waardoor er meer ruimte bij de nose ontstaat. Een snowboard met directional twin vorm is ideaal voor freeriders die wat tricks willen doen.

De naam zegt het eigenlijk al: een directional snowboard is geschikt voor één richting en dat is vooruit. Deze snowboards hebben als het ware een ‘staartje’. Ook staan de bindingen meer naar achteren. Carvers en poederplankers zullen veel plezier hebben van het drijfvermogen van een directional snowboard.

Een snowboard met tapered vorm begint vrij breed bij de nose en eindigt smaller bij de tail. Hij loopt taps toe. De tapered vorm zul je vooral zien bij freeriders: het board heeft drijfvermogen en geeft een surfend gevoel.

Bij een asymmetrisch board zijn het niet de noise en tail die van elkaar verschillen, maar de toe en heel side. Precies afgestemd op het menselijk lichaam. De sides geven tegenwerking tegen natuurlijke disbalans. Hierdoor kun jij makkelijker bochten maken met een korte sidecut. Hier worden carvers happy van, maar je kunt deze boards ook vinden voor freeriders, all-mountain plankers en freestylers.

Snowboards met een flatbase liggen grotendeels plat op de sneeuw. Je ziet deze boards vooral in het park bij snowboarders die jumps, rails en boxes pakken. Niet gek, want door de platte ligging is het board heel stabiel.

Een camber snowboard heeft de vorm van een uitgerekte W. Snowboards met camber profiel geven je een gevoel van controle bij hogere snelheden. Dat maakt het profiel geliefd bij carvers en ervaren freestylers (met name de jumpers en halfpipe plankers).

Het rocker snowboard heeft de vorm van een uitgerekte U met een lichte buiging bij de uiteinden. Met een rocker snowboard wissel je makkelijk van kant. Snowboards met dit profiel vind je vooral voor poederplankers, freestylers en all-mountain plankers.

Daarnaast zijn er snowboards met een hybride profiel. Dat wil zeggen: ze zijn niet volledig camber of rocker. Het profiel bevindt zich op enkele delen van het snowboard. Het kan ‘m bijvoorbeeld zitten in de noise en tail van het snowboard of juist alleen onder je voeten, tussen de bindingen. Omdat hybride profielen per merk en zelfs model van elkaar verschillen, beoordeel je per model of het snowboardprofiel bij je past.

Een softe flex vinden we terug in freestyle/parkboards. De flexibiliteit zorgt ervoor dat je wendbaar bent. Ook beginnersboards hebben meestal een soft flex, waardoor ze vergevingsgezinder zijn.

Medium is de 'gulden middenweg' tussen soft en stiff. De meeste all-mountain snowboards hebben een medium flex.

Stijve snowboards reageren snel op beweging. Weinig flex geeft meer controle op hogere snelheid. Dat maakt boards met deze eigenschap niet geschikt voor beginners, maar onmisbaar voor carvers.

Een veelzijdig, generiek snowboard dat het op verschillende terreinen goed doet. Ze zijn verkrijgbaar in allerlei profielen en vormen, voor alle snowboardniveaus.

Een vergevingsgezind snowboard; vaak smaller, met een hoge flexibiliteit zodat je makkelijk tricks kunt doen. Voor rails, boxes en jumps zie je een freestyle snowboard met flat of rocker profiel het meest. Ga je de halfpipe in, dan zul je een camber profiel vaker tegenkomen.

Een stijver snowboard dat goed presteert in de poeder. Deze snowboards zijn meestal langer en breder: het oppervlak zorgt ervoor dat je door de sneeuw 'zweeft'. Ze hebben vaak een directional vorm, waardoor je iets verder naar achteren staat. Ook hebben freeride boards meestal een hogere en bredere nose.

Een snowboard dat te splitsen is in twee ski's. Hierdoor kun je er beklimmingen mee maken en vervolgens naar beneden snowboarden. Een splitboard is vaak stijf. Deze combinatie maakt het perfect voor avonturen buiten de piste.