Als je al lang snowboardt, heb je het vast ook eens meegemaakt: een gebeurtenis die je niet snel meer vergeet. Voor mij was dat een val in Le Grand Bornand. En hoewel het al jaren geleden is, kan ik het me als de dag van gisteren herinneren. Welkom in.. mijn nachtmerrie.
Die ene wintersportvakantie..
Het was begin maart 2018. Een vakantie vol first timers: de eerste keer snowboarden boven de 1300 meter en een eerste kennismaking met wintersport in de Alpen. Ook was dit mijn eerste wintersport met de schoonfamilie. Als klap op de vuurpijl nam ik mijn nieuwe snowboard, snowboardbindingen en schoenen mee. Dat belooft wat!
Die dag begon best aardig, daar in Frankrijk. Het was bewolkt, maar we hadden oké zicht. Toen ik die ochtend de eerste stap zette, merkte ik het al: ik had de pap erin. Niet alleen fysiek, maar ook mentaal. Daar had mijn toenmalige staat (lees: weinig conditie, mentaal uitgeput door mijn baan) zeker invloed op. En dat al die nieuwe indrukken zoveel spanning meebrachten, hielp niet mee. Maar we gaan gewoon door. Volgzaam ging ik met de rest mee de berg op.
Stapvoets vooruit in dichte mist
Het zal ergens boven bij Mont Lachat geweest zijn toen we in dichte mist terechtkwamen. Zulke dichte mist had ik op de berg nog niet meegemaakt. Met mijn kleine beetje wintersportervaring en beperkte snowboardtechniek gaf het slechte zicht me direct spanning. Ik wilde het liefst naar beneden, maar daar was eigenlijk maar één manier voor: snowboarden. Zoals dat gaat, ging de rest alvast vooruit. Natuurlijk hield vriendlief me in de gaten, maar ook hij was op enkele meters afstand voor me.
Het voelde op dat moment véél beter om langzaam te snowboarden. Stapvoets vooruit, in de hoop dat de mist ondertussen weg zou gaan. En toch probeerde ik met de groep mee te komen. Want: “Stel je voor dat ik hier alleen achterblijf”. Mijn verkrampte snowboardhouding deed weinig goeds voor het kleine beetje techniek waar ik over beschikte. Met een schietgebedje hoopte ik dat ik veilig beneden zou komen.
Ik zag nog steeds geen hand voor ogen en was – inmiddels angstig – op zoek naar aanknopingspunten. Een rood pistebordje gaf me dat. Wat ik wel wist, is dat we op een smaller pad aan het snowboarden waren. Dat maakte me extra alert. Op dat moment bedacht ik me dat ik aan de verkeerde kant van het bordje aan het snowboarden was. Die gedachte zorgde ervoor dat ik mijn snowboard richting de andere kant van het pistebordje manoeuvreerde. Dat bleek geen goede keuze. Want wat ik niet wist, is dat ik daar twee jaar later nog steeds angst van zou ondervinden.
“Voor mijn gevoel denderde ik tientallen meters naar beneden”
De grootste angst die ik op dat moment had, was dat ik naast de piste zou vallen. En precies datgene wat ik met deze keuze wilde voorkomen, gebeurde er. Ik snowboardde langs de verkeerde kant van het bordje, zo de piste af. Daar ging ik. Voor mijn gevoel denderde ik tientallen meters naar beneden.
Door mijn snowboard in de sneeuw te zetten, kon ik mezelf stoppen.
Toen ik stil zat, kwam de angst pas écht. Door de mist had ik geen idee waar ik me bevond. Aan het randje van een afgrond, bij een steile rots? Ik weet nog dat ik in de verte onder me iets roods zag bewegen, wat een skiër met een rode jas leek te zijn. Dat gaf een referentiepunt. Tegelijkertijd zorgde het besef van de hoogte ervoor dat ik nog banger werd. De paniek sloeg toe. Ik durfde me niet te bewegen.
Totaal gedesoriënteerd begon ik met een trillende stem vriendlief te roepen, in de hoop dat hij nog dichtbij genoeg was. Toen ik hem een paar seconden later hoorde terugroepen, voelde ik wat angst van me afglijden. Het kon me niet kort genoeg duren voordat hij bij me was. Zodra ik hem zag, stroomden de tranen over mijn wangen. Huilend vertelde ik wat er gebeurd was.
Een ontnuchterend plot
Het plot is heerlijk ontnuchterend. Het feit dat hij zo makkelijker naar me toe klauterde, zegt natuurlijk wel wat. Ik was niet tientallen meters naar beneden gegleden; hooguit een paar meter. En ik zat al helemaal niet naast een rotsachtige afgrond. Je snapt dat ik mijn reddende engel op dat moment voor gek verklaarde toen hij zei dat we langzaam naar beneden konden glijden. Nou ja, laten we zeggen dat ik op die manier heelhuids beneden ben gekomen.
We zijn op een later moment die vakantie nog eens naar boven gegaan bij de Mont Lachat. Om de angst wat in te perken en langs de ‘afgrond’ te snowboarden. Ik lachte als een boer met kiespijn toen ik de ‘plaats delict’ bij goed zicht zag. Uiteindelijk heeft deze gebeurtenis er wel voor gezorgd dat ik smallere pistes een tijd lang liever kwijt dan rijk was. Inmiddels ben ik gelukkig over de angst heen en kan ik ook relaxed over paden snowboarden. Maar een onvergetelijke gebeurtenis blijft het!